Koraalduivels en orang-oetangs in Borneo
Blijf op de hoogte en volg Nienke
06 November 2017 | Maleisië, Semporna
Het vliegveld van Johor Baru was redelijk klein en we hadden snel onze backpacks afgegeven en hebben toen nog wat gegeten. Misten we bijna nog het vliegtuig omdat ze de gate opeens gewijzigd hadden van vijf naar vier zonder melding, maar gelukkig besloten we maar eens gingen kijken waar die mensen allemaal heen gingen. Twee uur later vlogen we de zonsondergang tegemoet en kwamen we aan in Tawau. We hadden gelezen dat er vanaf hier meestal een minibus zou gaan, en gelukkig bleek na even navragen dat er inderdaad eentje zou gaan over een half uur. Precies genoeg tijd voor een ijsje en zo reden we even later in het donker naar onze eindbestemming van vandaag: Semporna aan de zuidoostkust van Borneo.
Semporna was even wennen na de nette steden in West Maleisië; het was een stuk rommeliger, viezer en chaotischer, maar nog steeds met even vriendelijke mensen. Het hotel wat we hadden uitgezocht bleek vol, maar twee hotels verder hadden we een slaapplek gevonden: een slaapzaal voor vier personen voor ons tweeën. We liepen vervolgens snel naar de kade om te kijken of we nog konden eten, en geen probleem, ze maakten nog een fried rice ananas en kip in een lekkere saus (helaas de naam vergeten :( ).
Na het ontbijt de volgende ochtend (noedels met gebakken ei) was het tijd om de volgende dagen te regelen. Eerst langs het busstation voor de vertrektijden en vervolgens een rondje langs verschillende duikscholen. Niemand komt namelijk naar Semporna voor het stadje zelf, maar het wordt gebruikt als uitvalbasis naar de eilanden in de buurt waar je goed kan duiken. Dé bestemming is Sipidan, maar daarvoor moet je een vierdaags pakket kopen, dat gemakkelijk kon oplopen tot meer dan €600, dus wij gingen voor een andere bestemming in de buurt: het eiland Mabul.
Met een klein bootje vertrokken we met nog zo’n zes anderen en twee bemanningsleden naar het eiland. We zagen nu ook voor het eerst de omgeving van Semporna in daglicht en het viel me op dat de rotsen voor een gedeelte met grasveld begroeid waren in plaats van de gebruikelijke bomen en struiken. Het eerste stuk vaarden we redelijk rustig, maar de golfslag werd steeds hoger. Na twintig minuten stopte de kapitein want hij bleek ook de enige te zijn die het zeil naar beneden kreeg. Heel fijn, ondertussen schommelde het bootje steeds heftiger op de golven zo zonder stuurman… We vaarden verder en even leek het beter te gaan, tot de boot langzaam een kwartslag draaide richting het eiland en de kant waar wij zaten de volle waterlaag kregen. Op dit moment konden we ook niet meer stoppen om het andere zeil neer te laten en waren wij binnen een minuut compleet doorweekt. Gelukkig lagen de tassen voorin droog. Ik begon me toch af te vragen waarom we steeds weer in een boot stappen, mja als je eenmaal op de plaats van bestemming bent vergeet je dat al snel weer ;)
Het eilandje was op zich mooi met het witte strand, blauw water en palmbomen, maar in dat water dreef enorm veel afval, en de kust was volgebouwd met kleine houten huisjes half in het water waar zeezigeuners wonen. Dit zijn mensen die officieel bij geen land horen en zich hier gevestigd hebben: of in een hutje of zoals ze vroeger deden, op een bootje. Wij werden verwelkomd door medewerkers van de duikschool in het resort en naar onze bungalow gebracht. Die lag boven ons normale budget maar was het zeker waard met een relaxed bed, goede douche en een heerlijke hangmat op de veranda. Ik heb daar lekker ontspannen gelezen en Falco is een rondje om het eiland gaan lopen. Hij kwam terug vol verhalen van enthousiaste kinderen die zo blij aan het spelen waren met hun zelfgemaakte vlieger van plastic uit de zee. Iets om over na te denken vanuit verschillende invalshoeken.
‘s Ochtends was er net als de avond ervoor een buffet en hebben we goed gegeten voor we aan onze eerste duik begonnen. Als eerste kregen we onze duikoutfit en nadat ook de dagjesmensen waren gearriveerd stapten we in een bootje naar de duiklocatie, slechts vijf minuutjes verderop. Ik vond de golven best hoog, helemaal omdat we altijd een redelijke kalme zee gehad hadden tot nu toe, maar de kapitein gaf groen licht. Achterover plonsden we het water in en daalden we af. Het zicht werd gelukkig wat beter toen we dieper kwamen en als eerste zagen we veel verschillende soorten zeesterren. Verder zagen we ook koraalduivels (bruinwitte vissen met heel veel vinnen) en een groene zeeschildpad!
Na een theepauze bij het resort vertrokken we voor de tweede duik. Hier was het zicht in het begin echt slecht, zo zeer zelfs dat ik Falco bijna niet kon zien terwijl hij maar een meter verderop zwom. Dat was niet heel relaxed, dus even rustig blijven ademhalen. Dieper zagen we wel iets verder, maar het was wel jammer aangezien je nu echt heel dichtbij iets moest zijn om het te kunnen zien. Wel zagen we nemo visjes, een krokodilvis en een zeekat (de Nederlandse namen zijn zo anders dan de Engelse! Dan heet het een cuttle fish).
Vervolgens hadden we lunchpauze voor we door de boot net voor de kust werden gedropt. Hier zwommen we zo’n tien minuten over zandgrond en zagen we helemaal niets… Niet helemaal waarvoor we hier kwamen duiken, en dan maar geoefend op m’n balans. Iets later zwommen we langs een paar gezonken bootjes en daar was wel weer koraal en verschillende soorten vissen. Helaas zagen we net als bij de eerste twee duiken ook veel afval op de bodem liggen: plastic zakjes, blikjes, touw...
Terug bij het resort stonden onze tassen al klaar en vertrokken we alweer met de boot terug naar Semporna. Gelukkig was de zee een stuk rustiger al had ik voor de zekerheid m’n bikini maar aangehouden, die was toch al nat ;) In Semporna haalden we onze backpacks op bij het hotel en checkten we in bij een ander hotel die wel een privékamer beschikbaar had. Tenslotte nog lekker gegeten op aanraden van één van de instructeurs: pizza en een aubergineschotel.
De volgende dag stonden we weer vroeg op en liepen naar het busstation. Kaartjes gekocht, tassen alvast in de bus en nog snel een rondje gelopen om te zien wat er voor ontbijt was: gefrituurde banaan en nog iets ondefinieerbaars gefrituurd. Ik heb het maar bij gefrituurde banaan gehouden en een notenkoekje die ik nog had.
Toen we wegreden werden we uitgezwaaid door verschillende moeders. Zo leuk! We hebben ondertussen in veel verschillende bussen gezeten, maar dit was eigenlijk de eerste keer dat er echt mensen kwamen uitzwaaien. En ook later wanneer we mensen onderweg oppikten stond er meestal iemand na te zwaaien. Wat verder opviel was het landschap. In het begin dacht ik nog: oh leuk wat tropisch die palmbomen. Maar als je na tien minuten nog steeds alleen palmbomen ziet, en na een uur ook, dan zijn ze toch een stuk minder leuk. Enorme palmplantages voor de palmolie, waardoor de oorspronkelijke, gevarieerde jungle is verdwenen.
Halverwege de middag kwamen we aan bij ons hotel in Sandakan: een middelgrote stad die een stuk moderner en netter was dan Semporna. En ze houden hier heel erg van rotondes :P Het ligt ook aan de zee waar we aan de boulevard eerst een verlate lunch hebben gegeten. Hier hebben we een tijd gepraat met een man uit Kuala Lumpur die zaken deed in Sandakan, maar ook veel gereisd heeft. De rest van de middag hebben we in het hostel doorgebracht waar we konden afkoelen met de airco en verder hebben gelezen en een blog geschreven. ‘s Avonds hebben we nog een klein rondje gelopen en wat gegeten, weinig bijzonders te vertellen.
In het hostel hebben we vroeg ontbeten en liepen vervolgens naar de bushalte. Hier was het meteen duidelijk welke bus we moesten hebben: die waar de andere zes witte toeristen in zaten ;) De buschauffeur sprak weinig Engels maar daar had hij een oplossing voor: gewoon een Engelstalige dvd aanzetten (beetje jammer dat we op de terugweg precies dezelfde veertig minuten van de film zagen :P). Op zich wel een afwisseling met de jaren negentig boyband muziek die hier volop gedraaid wordt.
De bus zette ons af in Sepilok, bij het opvangcentrum voor orang-oetangs (we weten nu trouwens ook waar de naam vandaan komt: orang betekent mens in het Maleisisch, en oetang bos, oftewel: man van het bos). In het centrum worden voornamelijk jonge orang-oetangs opgevangen en begeleid tot ze weer zelfstandig in het oerwoud kunnen leven. Rondom de speel/voederplaats voor de jonge apen wat een soort tribune achter glas gemaakt waardoor we de apen konden bekijken terwijl ze aan het spelen waren, en toen er eten gebracht werd kwamen er ook verschillende orang-oetangs uit het bos aangeslingerd.
Om tien uur werd er verderop op een platform in het bos ook eten neergezet, maar hier kwamen alleen aapjes en (zwarte) eekhoorns op af. Ondertussen werd het echt snikheet door de zon en de hoge vochtigheidsgraad, en na een half uur besloten we het voor gezien te houden en terug te komen voor de middagsessie. We keken nog een documentaire over het centrum en het leven van de orang-oetangs en gingen toen naar het tweede opvangcentrum: die voor de Maleise honingbeer.
Dit centrum was een stuk kleiner, maar had ook een groot gebied waar de beren konden rondlopen terwijl ze opknapten. Vanaf een hoge voetpaden konden we een aantal beren zien lopen. Pff die moeten het toch warm hebben met zo’n dikke vacht! De honingbeer is trouwens een kleine zwarte beer die nog het meest lijkt op een kruising tussen een grote hond en een miereneter vanwege z’n lange tong.
Na de lunch zijn we teruggegaan naar de orang-oetangs en hebben we weer eerst een tijd zitten kijken bij de speelplaats en daarna bij de voederplaats buiten. Daar was het een enorme herrie door alle kinderen en voornamelijk lokale toeristen, dus geen aap gezien. Als ik hen was zou ik ook een half uurtje wachten tot het sluitingstijd is en ik in alle rust kan eten ;)
En nu is het etenstijd voor onszelf, smakelijk!
Foto's: https://photos.app.goo.gl/beK1b2ZR214HF8Jb2
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley